Kinderen met houterige motoriek: DCD

Inleiding

DCD betekent developmental coördination disorder. In de volksmond zijn dit kinderen met een houterige of onhandige motoriek. DCD komt bij 5 tot 10 % van de schoolgaande kinderen voor. En vaker bij jongens dan bij meisjes. We spreken niet van DCD als er een ziektebeeld zoals een spierziekte of spasticiteit de oorzaak is van de bewegingsproblemen. We spreken ook niet van DCD als de kinderen zwakbegaafd zijn.

1. Hulpvraag van de ouders

– Mijn kind is onhandig in de gymles, bij vaardigheden als met klimmen, gooien, vangen, springen en koprollen

– Mijn kind is onhandig in dagelijkse activiteiten zoals aan en uitkleden, veters strikken, met mes en vork eten

– Mijn kind wil niet fietsen

– Mijn kind valt en struikelt vaak

– Het duurt heel lang voordat mijn kind een nieuwe vaardigheid onder de knie heeft

2. Observatie en onderzoek

Het onderzoek van de kinderfysiotherapeut bestaat uit een uitgebreide observatie van de grove en fijne motoriek. De Bundeling beschikt over twee zaaltjes met een grote variëteit aan gymnastiekmaterialen. Het kind wordt uitgenodigd om te lopen, rennen,springen, hinkelen, huppelen, gooien, vangen, voetballen, klimmen, koprollen. over de evenwichtsbalk te lopen, etc.

Bij een observatie van de fijne motoriek vragen we het kind om te tekenen, schrijven, knippen, vouwen, prikken etc. Ook kan de motoriek in kaart gebracht worden met de movement-ABC test. Dit is een gestandaardiseerd meetinstrument voor de algehele bewegingscoördinatie, waarmee kinderen in de leeftijd van 6 t/m 12 jaar getest kunnen worden.

3. Therapie/instructie

Wanneer uit de observatie van de motoriek of uit de movement-ABC test blijkt dat er sprake is van een achterstand in de motorische ontwikkeling wordt kinderfysiotherapie aan de ouders voorgesteld. In de regel komt het kind dan 1 x per week naar de praktijk. De therapie bestaat uit vaardigheidstraining in een betekenisvolle omgeving (balvaardigheid, handvaardigheid, evenwicht).

houterigemotoriek

4. Resultaat

Het doel van de kinderfysiotherapeut is om de problemen in de motoriek te verminderen of op te lossen, zodat het kind volwaardig kan meedoen met de gymles en school en geen belemmeringen meer ondervindt bij allerlei dagelijkse activiteiten. We willen met nadruk vermelden dat verbetering van de motoriek geen invloed heeft op schoolse vaardigheden. Wanneer er problemen zijn met rekenen, lezen of taal, dan zijn bewegingsoefeningen niet aangewezen, maar is bijvoorbeeld remedial teaching nodig.

5. Meer informatie

www.balansdigitaal.nl

www.recmiddenbrabant.nl