Kinderfysiotherapie

De Kinderfysiotherapeut

De kinderfysiotherapeut onderscheidt zich van de algemeen fysiotherapeut door zijn specifieke kennis van de normale (motorische ontwikkeling , en van kindgerelateerde aandoeningen en de invloed daarvan op groei en ontwikkeling. Het leren van vaardigheden, dus ook motorische vaardigheden verloopt in de verschillende leeftijdsfasen op een andere wijze. Motorische stoornissen gaan bovendien vaak gepaard met cognitieve of leerproblemen, stoornissen in de sociaal-emotionele ontwikkeling of met gedragsstoornissen. De kinderfysiotherapeut beschikt daarom over specifieke pedagogische en didactische kennis en vaardigheden. Daarnaast vraagt de behandeling van jonge kinderen specifieke technische vaardigheden.

1. Reden van verwijzing deBundeling_poster

De reden van verwijzing naar een kinderfysiotherapeut is heel divers. De onderstaande voorbeelden vormen desondanks een redelijk kompleet overzicht van kinderfysiotherapeutische indicaties/verwijzingen:

Fysiotherapie bij de zuigeling

De asymmetrische zuigeling (voorkeurshouding, afgeplat hoofd)

Kinderen met Obstetrisch Plexus Brachialis Letsel (OPBL)

Huilbaby’s

Kinderen met pré- en dysmaturiteit

Transmurale Ontwikkelingsondersteuning voor Prematuur geboren kinderen en hun ouders (TOPzorg)

Motorische problemen

Kinderen met houterige motoriek (DCD)

Kinderen met afwijkende of vertraagde grote en/of kleine motoriek

Kinderen met schrijfproblemen

Aangeboren afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen

Kinderen met vertraagde algehele ontwikkeling / syndromen

Kinderen met aangeboren hartafwijkingen

Kinderen met Cerebrale Parese / Spasticiteit

Blinde en ernstig slechtziende kinderen

Kinderen met ademhalingsafwijkingen

Kinderen met incontinentieklachten

Orthopedische problematiek

Kinderen met orthopedische afwijkingen (b.v. aangeboren klompvoet)

Kinderen met houdingsproblematiek, o.a. scoliose

Kinderen met hoofdpijnklachten en/of nekklachten

Scoliose behandeling middels de methode Schroth

Waarnemingsstoornissen

Kinderen met bewegingsangst, onzekerheid, faalangst

Kinderen met problemen in de ruimtelijke oriëntatie

Kinderen met overgevoeligheid voor tastprikkels

Wilt u meer informatie over een van de kinderfysiotherapeutische indicaties/verwijzingen, klik dan op het betreffende onderwerp en u zult achtereenvolgens een korte inleiding over het aangeklikte onderwerp vinden, daarna een korte uiteenzetting over de vaak door u, als ouder, gestelde hulpvraag, een korte uitleg over onze manier van observatie, onderzoek en behandeling bij deze specifieke aandoening, al of niet ondersteund met foto’s en plaatjes. Tot slot wordt iets verteld over de resultaten en daar waar onze kinderfysiotherapeutische begeleiding ophoudt met verwijzing naar websites waar u informatie kunt vinden over andersoortige hulp of begeleiding en/of vervolgopvang. Wij verwijzen zoveel mogelijk naar websites met evidence based information of informatie of best practice.

2. Observatie en onderzoek

De kinderfysiotherapeut maakt door middel van observatie en onderzoek van de actieve en passieve beweeglijkheid van de halswervelkolom een onderscheid tussen de verschillende verschijningsvormen, zoals : voorkeurshouding, afgeplat hoofd ( plagiocephalie)  met of zonder bewegingsbeperking, musculaire scheefhals met of zonder verdikking van de halsspier, Differentiaal diagnostisch wordt de zogenaamde zuigelingenscoliose of heupproblematiek op basis van een aangeboren heupdysplasie tijdens het onderzoek meegenomen. Bij ongelijke bewegingsuitslagen van de heupen wordt de zuigeling naar de huisarts of jeugdarts terugverwezen, zodat nadere beeldvorming van de heupgewrichten kan plaatsvinden.

3. Behandeling/instructie

Afhankelijk van de gevonden kinderfysiotherapeutische diagnose wordt samen met de ouders bepaald welk soort interventie plaats vindt. Dit kan een afwachtend beleid zijn met controle bij hele lichte problematiek. (ideopathisch), of behandeling en instructie in de vorm van kinderfysiotherapie aan huis. De behandelfrequentie is bij voorkeurshoudingen met of zonder plagiocephalie.over het algemeen laag.

Bij een musculaire torticollis ( scheefhals) of T.A.C.syndroom (symptomatisch) is intensieve behandeling met instructies voor de ouders in een hogere frequentie nodig.

De behandeling is erop gericht om door middel van vroegkinderlijke reacties de beweeglijkheid aan de niet voorkeurszijde te optimaliseren. Door middel van veilige positioneringadviezen op de bolle kant van het achterhoofd trachten we de symmetrie van het babyhoofdje  te herstellen.. Bij de wat oudere baby’s vanaf 2 maanden wordt vooral gebruik gemaakt van het uitlokken van bewegingen door visueel volgen. Uit de behandeling worden adviezen geformuleerd die de ouders kunnen inpassen in het dagelijks omgaan met hun baby, waaronder draag-, verzorgings- en positioneringadviezen. Deze worden geïnstrueerd en geëvalueerd.

Doorverwijzing naar andere discipline zoals de helmpoli bij ee ernstige plagiocephalie is mogelijk. Bij vermoeden van een heupdysplasie of echte andere orthopedische afwijking wordt de zuigeling naar de huisarts terug verwezen met de vraag naar uitgebreide diagnostiek.

4. Therapie achtergrond

De daadwerkelijke therapie is moeilijk te beschrijven. Van oudsher zijn er een aantal namen van therapievormen in omloop, zoals NDT-therapie, Bobath-therapie, Vojta-therapie, sensomotore oefentherapie, sensorische integratietherapie etc. De laatste jaren ligt steeds meer de druk op functioneel oefenen in een betekenisvolle omgeving en veel minder op het toepassen van methodes. Het gebruik van bepaalde aspecten uit de diverse methodes blijft zinvol.

Het kenmerk van kinderfysiotherapeuten is dat zij allround geschoold zijn en daardoor diverse therapievormen kunnen combineren en integreren. De therapie moet kindgericht zijn en gerelateerd aan de hulpvraag van het kind of zijn of haar ouders of opvoeders. Niet de gestoorde functie staat centraal. maar de beperking of de problemen die het kind of zijn omgeving hierdoor ervaren in het dagelijkse leven (deelname aan de maatschappij zoals kinderdagverblijf, school, sportactiviteiten). Dit uitgangspunt binnen het huidige kinderfysiotherapeutische handelen is gerelateerd aan het standpunt van de International Classification of Function (ICF).

Met de therapie trachten wij bepaalde stoornissen op te heffen om op die manier het kind meer vaardigheden te leren, zodat het kind daardoor weer beter aan het gezins-, familie- en schoolse leven kan deelnemen. Op het moment dat er geen aanpassing van functie en vaardigheid meer mogelijk is, zoeken we naar adequate compensatiestrategieën in de vorm van hulpmiddelen om ons doel te bereiken.

5. Contact met artsen en therapeuten

De kinderfysiotherapeuten van “de Bundeling” onderhouden contacten met huisarts, kinderarts, kinderneuroloog, kinderpsychiater, revalidatiearts, jeugdarts, school, onderwijs-begeleidingsdienst, pedagoog, psycholoog, ergotherapeut, logopedist, maatschappelijk werk etc. Kinderfysiotherapie is bestemd voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar.

6. Meer informatie

www.nvfk.nl